Toepassingen

RoClean™ L211 is een vloeibaar, gebufferd reinigingsmiddel met een hoge pH voor het verwijderen van colloïdaal materiaal, klei, organische stoffen en bioslijm van omgekeerde osmose (RO) en nanofiltratie (NF) membranen bij matige vervuiling. Deze reiniger wordt met succes toegepast op systemen die werken op zeewater, brak oppervlaktewater en grondwater, en waar een vloeibare reiniger de voorkeur heeft. RoClean L211 wordt vaak gebruikt als onderhoudsreiniger voor geplande reiniging.

RoClean L211 is NSF-gecertificeerd.

Reiniging

Hieronder vindt u een samenvatting van de reinigingsprocedure van RoClean L211.

1. Vul de reinigingstank tot het gewenste volume met RO permeaat of gedeïoniseerd water. Verwarm de oplossing tot de maximaal aanvaardbare temperatuur (volgens de richtlijnen van de membraanfabrikant), aangezien dit de reinigingsefficiëntie aanzienlijk zal verhogen. Voeg voldoende RoClean L211 toe om een 2% wt/wt oplossing te maken als de vervuiling matig tot ernstig is of een 1% wt/wt oplossing als de vervuiling mild is. Laat de oplossing opnieuw door de reinigingstank circuleren om voor voldoende menging te zorgen.

2. Laat de reinigingsoplossing door elke fase van het RO-systeem lopen, één voor één, gedurende minimaal 60 minuten bij de door de membraanfabrikant aanbevolen stroomsnelheid. Als dat debiet niet bekend is, gebruik dan deze richtlijnen:

Debiet per vat:

4" RO-membraan: 2,4^m3/hr(10 gpm)

8" RO-membraan: 9^m3/hr(40 gpm).

3. Laat aan het begin van het reinigingsproces 15% van de oorspronkelijke reinigingsoplossing weglopen. Als er niet genoeg tankvolume is, voeg dan 15% van de 1% of 2% reinigingsoplossing toe. Als de membranen sterk vervuild zijn en de reiniger extreem veel kleur of gesuspendeerde vaste stoffen bevat, moet u de chemicaliën opnieuw toevoegen. Zwaar vervuilde elementen kunnen ook baat hebben bij een inweekperiode.

4. Controleer de pH van de oplossing tijdens het reinigingsproces. Als de pH binnen het gewenste bereik blijft en de oplossing niet troebel is, kan deze gebruikt worden voor het reinigen van de volgende stappen. In het onwaarschijnlijke geval dat de pH daalt, voegt u meer reinigingsmiddel toe of bereidt u een nieuwe batch en herhaalt u stap 1-4.

5. Als de reiniging voltooid is, spoelt u de membranen door RO-permeaat door elk drukvat te spoelen. Het systeem kan dan weer in gebruik worden genomen.

Chemische en fysische eigenschappen

Uiterlijk: heldere tot amberkleurige vloeistof

pH (2% oplossing): 10.5 - 11.5

Soortelijk gewicht (@25°C): 1.05 - 1.2